Praktische oefeningen bij hyperactiviteit

De "motortermen" werken als een soort toerenteller voor hun eigen mate van opgewondenheid (zie afbeelding). Het kind kan zo leren dat de interne motor (= mate van opgewondenheid) soms te snel draait en soms te langzaam. Het is ook belangrijk om te leren dat er een ander toerental nodig is voor iedere taak of actie. Zo is er bijvoorbeeld een heel laag toerental van 1 nodig om in slaap te vallen, maar dat zou een te laag toerental zijn om huiswerk te kunnen maken.

Als de interne motor weer op volle toeren draait, kunnen "trucjes om te kalmeren" die u eerder samen met uw kind heeft afgesproken, helpen het kind weer te kalmeren. U kunt deze trucjes het beste eerst samen uitproberen om te kijken welk trucje het beste werkt en ze dan op een speelse manier samen met uw kind oefenen alsof het kleine rituelen zijn. Vergeet niet de toerenteller te gebruiken om de mate van opgewondenheid aan te duiden! Een aantal kalmeringstrucjes zijn voorbeeld: zachte, kalmerende muziek, een fantasiereis, zeg iets rustgevends ("de schildpad kroop langzaam aan land", of "energie krijg je van innerlijke rust") of tel gewoon rustig terug van 10 terwijl u diep ademhaalt.

Hyperactieve kinderen hebben een enorme behoefte om te bewegen. Het is daarom erg belangrijk dat ze regelmatig de kans krijgen hun energie te verbruiken. Gewoon wat ravotten is niet genoeg en werkt contraproductief, omdat hyperactieve kinderen zich dan zo druk kunnen maken, dat ze niet meer te kalmeren zijn. Sporten is daarom beter, omdat daar gecontroleerde bewegingen voor nodig zijn en ze zich bewust worden van hun lichaam. Denk bijvoorbeeld aan dansen, zwemmen of paardrijden.